Zonnepanelen terugverdienen duurt langer. Zijn ze nog interessant?

Geplaatst op 12 augustus 2025

Wie nu zonnepanelen aanschaft, moet rekening houden met terugleverkosten en een gewijzigde salderingsregeling. Je ontvangt niet zomaar meer de volle kWh-prijs voor teruggeleverde stroom. In sommige gevallen betaal je zelfs aan je energieleverancier. Wat doet dat met de terugverdientijd van je investering? We geven een actuele stand van zaken, inclusief tips over het slim inzetten van de opgewekte energie.

Terugleververgoeding of boete
De terugleververgoeding voor stroom is de afgelopen tijd flink gedaald en ligt nu meestal tussen de € 0,02 en € 0,20 per kWh, afhankelijk van de energieleverancier. Daarnaast zijn terugleverkosten inmiddels de norm. Vrijwel alle leveranciers brengen kosten in rekening voor het terugleveren van stroom. Bij Essent kan dat bijvoorbeeld oplopen tot zo’n € 50 per maand, afhankelijk van hoeveel je teruglevert.

Daar komt bij dat sommige leveranciers een extra ‘terugleverboete’ hanteren. Vooral bij dynamische contracten, waarbij de vergoeding op piekmomenten zelfs negatief kan zijn. Kortom, hoe meer je teruglevert, hoe minder gunstig het financieel vaak uitpakt.

Wat betekent dit voor de terugverdientijd?
Zeker in de situatie van begin 2025, betekent dit dat je gemiddeld 2 jaar extra kunt rekenen voor de terugverdientijd. Zo kun je het dus vrij simpel samenvatten: elke euro die je minder krijgt of zelfs betaalt aan je leverancier, moet je weer extra compenseren in je investering.

Concrete voorbeeldberekening
Laten we even een realistisch scenario nemen: een gemiddeld huishouden met 10 zonnepanelen (≥ rond de 4.300 kWh per jaar).

Kosten
- Aanschaf + installatie: rond de € 3.900 inclusief omvormer (excl. btw; vaak btw-vrij).

Jaarlijkse opbrengst
- Met salderen tot 2027: ongeveer € 680 per jaar netto.
- Zonder salderen (en met terugleverkosten): ongeveer € 230 per jaar.*
* in dit bedrag zijn retourkosten van ongeveer € 340 per jaar verrekend tot 2027.

Terugverdientijd
- Met salderen: ca. € 3.900 / € 680 = 5,7 jaar.
- Zonder salderen (vanaf 2027): € 3.900 / € 230 = 17 jaar.
- Realistischer gezegd: je kunt rekenen op 6 tot 8 jaar terugverdientijd nu, oplopend naar 8 - 10 jaar of langer als je weinig direct verbruikt of veel teruglevert

Een alternatief voorbeeld van Regionaal Energieloket laat zien: bij een systeem van 12 panelen met kosten € 5.450 en opbrengst € 380 per jaar, is de terugverdientijd circa 14–16 jaar.

Aandachtspunten bij het inzetten van zonnepanelen

Direct verbruiken belangrijker geworden
Gebruik zo veel mogelijk je eigen opgewekte stroom. Één van de simpelste manieren om extra lange terugverdientijd te voorkomen. Je vermijdt dan terugleverkosten en haalt meer uit de salderingsregeling tot 2027.

Pas je installatie aan op je verbruik
Zorg dat je panelen niet veel meer opwekken dan je kunt gebruiken. Anders lever je veel terug aan het net, met lage vergoeding of zelfs kosten tot gevolg.

Overweeg een (nu nog dure) thuisbatterij
Thuisbatterijen zijn nu nog prijzig en verlengen de terugverdientijd met 2 - 3 jaar, maar maken het zelf gebruiken van energie eenvoudiger. Tot 2027 is salderen vaak nog voordeliger dan investeren in een thuisbatterij.

Een belangrijke kanttekening is dat we in deze blog uitgaan van gemiddelden. Jouw verbruik, de tarieven en voorwaarden van je leverancier en de aanschafprijs kunnen de terugverdientijd in jouw situatie verlengen of juist niet. Concluderend kunnen we stellen dat de aanschaf van zonnepanelen ook nu geen weggegooid geld is, al is slim gebruik van de energie wel belangrijker geworden.